Wat zeggen de Vlaamse partijen in hun partijprogramma over eerstelijnszorg?
Dit topic werd niet vermeld in het partijprogramma.
*
"We zorgen niet alleen voor de zieke patiënt, maar investeren in mensen om gezond te blijven. Preventie is daarbij het sleutelbegrip. We doen dat door te werken aan een hogere vaccinatiegraad, via deelname aan bevolkingsonderzoeken, door te investeren in een gezonde levensstijl via geïntegreerde programma’s op maat van de noden van de burger, door te streven naar een rookvrije generatie en door de strijd tegen alcoholmisbruik verder te zetten. Voor de eerstelijnszorgverlening wordt een langetermijnvisie en -financiering uitgewerkt. Eerder dan te gaan voor gratis gezondheidszorg willen wij bepaalde gezondheidskosten dekken die tot nog toe niet of onvoldoende werden terugbetaald."
*
"In de hele eerste lijn, te beginnen bij de tandarts en de kinesist, moet de toegang voor iedereen betaalbaar zijn. Daarom veralgemenen we de derdebetalersregeling ook bij deze disciplines voor alle patiënten. Tegen 2030 willen we dat 1 op 4 Belgen ingeschreven zijn in het forfaitair model van de wijkgezondheidscentra.
Lokale gezondheidsdistricten staan in voor de zorg voor 100.000 inwoners. Elk district waakt erover dat alle belangrijke basisdisciplines voldoende aanwezig zijn en met elkaar samenwerken. In elk district stimuleren we per wijk de uitbouw van eerstelijnscentra met verpleegkundigen, praktijkassistenten, kinesisten, psychologen… "
*
"Multidisciplinaire eerstelijnspraktijken ingebed in de lokale samenleving, zoals Wijkgezondheidscentra (WGC), verstrekken kwalitatieve en geïntegreerde zorg, met aandacht voor de sociale determinanten van gezondheid. We blijven dit model van zorg verder ondersteunen en op een duurzame manier financieren, en investeren verder in New Deal huisartspraktijken.
We voorzien een wettelijk kader voor de interdisciplinaire samenwerkingen in de eerstelijn, dat een duurzame ontwikkeling verder mogelijk maakt.
We voorzien in Vlaamse investeringsondersteuning voor de ontwikkeling van eerstelijnspraktijken op plaatsen waar een tekort aan huisartsen is."
*
"De verschillende bovenlokale structuren zoals ziekenhuisnetwerken, eerstelijnszones en het Lokaal Gezondheidsoverleg (LOGO’s) worden maximaal op elkaar afgestemd. We voeren meetbare doelstellingen voor elk orgaan in en gaan overlap tegen.
De eerste lijn wordt versterkt zodat problemen sneller opgespoord kunnen worden en men dus ook sneller kan ingrijpen. De huisarts en de huisapotheek zijn daarbij de belangrijkste spil. Risicopatiënten worden geselecteerd en gerichte acties worden ondernomen om deze patiënten zo gezond mogelijk te houden. Een goede samenwerking tussen arts, apotheker en andere zorgverleners is daarbij onontbeerlijk."
*
"De eerstelijnszorg van onder meer huisartsen, apothekers en tandartsen, maar ook maatschappelijk werkers, verzorgenden en psychologen, organiseren we in een netwerk dat verbinding en samenwerking bevordert in functie van de levensdoelen en noden van hun cliënten en patiënten. Het is nu tijd om de middelen structureel in te zetten en de resultaten van allerlei projecten te bestendigen. De eerstelijnszones in Vlaanderen en de zorgbekkens in Brussel vormen bovenlokale platformen om buurtwerkingen te ondersteunen in samenwerking en overleg met de lokale overheden en de zorg- en welzijnsactoren ter plaatse."
"De organisatie van de eerstelijnszones moet zowel financieel als organisatorisch en regelgevend sterker ondersteund worden. Door gegevensdeling kan de samenwerking tussen gezondheids- en welzijnsactoren rondom de patiënt verbeterd worden. Coördinatie vanuit de Vlaamse overheid is hierbij nodig, met richtinggevende gezondheids- en welzijnsdoelstellingen, maar ook met voldoende autonomie om in te spelen op de lokale noden en de eigen samenwerkingscultuur. Zowel op het niveau van de eerstelijnszones als op bovenlokaal niveau moet er aan capaciteitsplanning gedaan worden op basis van een analyse van de noden van de bevolking. De data die daarvoor beschikbaar zijn, zitten echter versnipperd bij verschillende administraties. Bovendien ontbreekt het de zorgraden van de eerstelijnszones aan capaciteit om dergelijke analyses te maken. Meer coördinatie en ondersteuning vanuit de hogere overheid zijn op dat vlak nodig."